Vrouw zit aan een bureau en houdt een flyer vast waarop A-Z staat. Ze houdt een vergrootglas voor de flyer waardoor een informatie icoontje is te zien.

Pensioenbegrippen uitgelegd

De pensioenwereld kent veel vaktermen en met de nieuwe regels komen er meer begrippen bij. Dat kan verwarrend zijn. Daarom leest u op deze pagina wat de belangrijkste pensioenbegrippen betekenen.

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

A

AOW

De AOW is een basispensioen van de overheid voor iedereen die in Nederland heeft gewoond of gewerkt. De hoogte van de uitkering hangt af van de woonsituatie en het aantal jaren dat u of uw werknemer in Nederland heeft gewoond. U of uw werknemer ontvangt AOW vanaf de AOW-leeftijd, die afhankelijk is van de geboortedatum. Op svb.nl kunt u de AOW-leeftijd berekenen.

 

B

Beleggen

Beleggen is het uitgeven van geld met het doel dat het geld meer waard wordt in de toekomst. Wij beleggen het pensioen door bijvoorbeeld aandelen te kopen met de premie die u en uw werknemer betalen. We beleggen om drie redenen: 

  • Zodat iedereen later een goed pensioen ontvangt. 
  • Om de premie betaalbaar te houden. 
  • Zodat het pensioen kan meegroeien met de stijgende prijzen. 

Beleggingsmix

De beleggingsmix is de verdeling van de beleggingen over verschillende categorieën. Dit kunnen bijvoorbeeld aandelen, obligaties en onroerend goed zijn.

 

C

Compenseren (vergoeden)

Gaat het verwachte pensioen van uw werknemer er in de nieuwe regeling op achteruit? Dan krijgt hij of zij een vergoeding (opgenomen in de pensioenopbouw). Uw werknemer krijgt die om het verlies van het verwachte pensioen goed te maken. Dat noemen we compenseren. Compenseren kan alleen als er genoeg geld beschikbaar is.

BPF Schilders gebruikt het woord vergoeden in plaats van compenseren. 

 

D

Deelnemer

Een deelnemer is een werknemer die pensioen opbouwt bij het pensioenfonds.

 

F

Franchise

Franchise is het deel van het salaris dat niet meetelt voor de pensioenopbouw. Hiervoor in de plaats krijgt uw werknemer op de AOW-leeftijd een AOW-uitkering.

 

I

Invaren (omzetten)

Invaren betekent het omzetten van het pensioen naar de nieuwe regeling.

BPF Schilders gebruikt het woord omzetten in plaats van invaren.

 

N

Nabestaandenpensioen

Het nabestaandenpensioen kan een partnerpensioen zijn voor de partner van uw werknemer of een wezenpensioen voor zijn of haar kinderen. BPF Schilders gebruikt altijd de woorden partnerpensioen en/of wezenpensioen in plaats van nabestaandenpensioen.

In de nieuwe regeling wordt het nabestaandenpensioen op risicobasis. Dit betekent dat partner en/of kinderen alleen verzekerd zijn zolang de deelnemer actief deelneemt aan de pensioenregeling van BPF Schilders.

 

O

Ouderdomspensioen

Ouderdomspensioen is een aanvulling op de AOW. U en uw werknemer hebben hiervoor geld ingelegd tijdens zijn of haar werkzame leven. Uw werknemer ontvangt dit pensioen vanaf zijn of haar pensioendatum, zolang hij of zij leeft. BPF Schilders gebruikt het woord pensioen in plaats van ouderdomspensioen.

 

P

Partnerpensioen

Het partnerpensioen is een nabestaandenpensioen. Als uw werknemer overlijdt, heeft zijn of haar partner daar misschien recht op. De hoogte van het partnerpensioen verandert in de nieuwe pensioenregeling. 

Pensioenakkoord

Het pensioenakkoord bevat afspraken over pensioenen in Nederland. In 2020 zijn het kabinet en werkgevers- en werknemersorganisaties (sociale partners) tot een akkoord gekomen. De Wet Toekomst Pensioenen (Wtp) is op 1 juli 2023 ingegaan. Pensioenfondsen hebben tot 1 januari 2028 de tijd om over te gaan op de nieuwe regeling. BPF Schilders streeft ernaar om 1 januari 2026 over te stappen op de nieuwe regels.

Pensioengevend salaris

Het pensioengevend salaris is het jaarsalaris dat u en uw werknemer hebben afgesproken. Dit salaris wordt gebruikt om de pensioengrondslag van uw werknemer te berekenen. 

Pensioengrondslag

Pensioengrondslag is het bedrag waarover uw werknemer daadwerkelijk pensioen opbouwt. Dit is het pensioengevend salaris min de franchise. 

Pensioenpremie

Pensioenpremie is het bedrag dat u en uw werknemer elke maand inleggen voor het pensioen. 

Pensioenregeling

In de pensioenregeling staan alle afspraken over hoe het pensioen precies is geregeld. Ook staat beschreven welke rechten en plichten u en uw werknemer hebben. 

Pensioenstelsel

Het Nederlandse pensioenstelsel bestaat uit drie onderdelen: 

  1. AOW: dit pensioen krijgt u of uw werknemer van de overheid. Iedereen die in Nederland woont of werkt, bouwt automatisch AOW op. 
  2. Pensioenopbouw via de werkgever: veel werkgevers hebben een aanvullende pensioenregeling. Hierdoor krijgen gepensioneerde werknemers extra pensioen boven op de AOW. Bijvoorbeeld het pensioen van BPF Schilders. 
  3. Pensioen dat uw werknemer zelf regelt: bijvoorbeeld geld dat uw werknemer zelf spaart of lijfrenten.  

Pensioenvermogen

Het pensioen dat uw werknemer tot de start van de nieuwe pensioenregeling heeft opgebouwd of het pensioen dat uw oud-werknemer ontvangt, zet BPF Schilders om naar een bedrag. Dat bedrag noemen we het pensioenvermogen.

Het pensioenvermogen kan verder groeien door het geld dat u en uw werknemer inleggen en de winst die BPF Schilders behaalt met de beleggingen. Het pensioenvermogen is het bedrag waaruit uw werknemer straks maandelijks pensioen ontvangt.

Pensioenuitvoerder

Een pensioenuitvoerder is een pensioenfonds of verzekeraar die een pensioenregeling uitvoert. Dit is ook de organisatie waar werknemers via hun werkgever pensioen opbouwen.

 

R

Rendement

Het rendement is de winst of het verlies op een belegging over een bepaalde periode. 

Renteafdekking

Renteafdekking is het voorkomen dat onze investeringen minder waard worden als de rente verandert. 

Risicodekking

We beleggen geld. We beschermen onze beleggingen op verschillende manieren tegen verlies. Dat noemen we risicodekking. 

Risicoprofiel

Een risicoprofiel zegt iets over de risico’s die beleggers nemen met geld en geeft een schatting van het verwachte rendement. 

 

S

Sociale partners

Sociale partners zijn werknemers- en werkgeversorganisaties. Voor BPF Schilders zijn dit de vakbonden CNV, FNV en LBV en werkgeversorganisatie OnderhoudNL. 

Solidaire premieregeling

In de nieuwe pensioenregeling staat vast hoeveel premie u en uw werknemer betalen. Dat heet een premieregeling. BPF Schilders heeft een solidaire premieregeling. Het solidaire (samen) gedeelte in de regeling is dat we onder andere tegenvallers in de beleggingen samen opvangen. 

Solidariteitsreserve

We beleggen het pensioen. Een deel van de inkomsten uit het beleggen van pensioengeld gaat naar een reserve. Zitten de beleggingen een jaar tegen? Dan proberen we verlaging van uw pensioen met deze reserve zoveel mogelijk te voorkomen. De reserve noemen we een solidariteitsreserve. 

 

T

Transitieplan

Het transitieplan beschrijft de overstap naar de nieuwe pensioenregeling. In het transitieplan leest u welke keuzes en afspraken de vakbonden en werkgeversorganisatie (sociale partners) maakten over de nieuwe pensioenregeling. 

 

V

Variabele uitkering

Een variabele uitkering betekent dat het pensioen meebeweegt met de beleggingen. Gaat het goed met de beleggingen, dan stijgt het pensioen. Gaat het minder, dan kan het dalen. Maar er is een solidariteitsreserve. Deze reserve helpt meestal te voorkomen dat het pensioen daalt als uw werknemer met pensioen is.  

 

W

Waardeoverdracht

Waardeoverdracht betekent dat het opgebouwde pensioen wordt overgedragen van het ene pensioenfonds naar het andere. Als uw nieuwe werknemer eerder pensioen heeft opgebouwd bij een ander pensioenfonds, kan hij of zij dat overdragen naar BPF Schilders. Ook kan een oud-werknemer zijn pensioen van BPF Schilders overdragen naar een ander pensioenfonds. 

Alle pensioenen gaan over naar de nieuwe pensioenregeling. Ook dat heet waardeoverdracht. De werknemers- en werkgeversorganisaties (sociale partners) kiezen voor een collectieve waardeoverdracht. Dat betekent dat het pensioen van alle deelnemers in één keer overgaat naar de nieuwe regeling. 

Wezenpensioen

Het wezenpensioen is een nabestaandenpensioen. Als uw werknemer overlijdt, hebben zijn of haar kinderen daar tot een bepaalde leeftijd misschien recht op. Daar zitten voorwaarden aan vast. In de nieuwe pensioenregeling verandert de leeftijd van 23 naar 25 jaar.